IP-tv is televisieontvangst via internet. IP-tv kan relatief veel dataverkeer gebruik teweegbrengen, dus een snelle internetverbinding is nodig. Goede kwaliteit vereist namelijk minstens 4 Mbps aan bandbreedte. De beeldkwaliteit is sterk afhankelijk van de compressie. Voorbeelden van compressie zijn MPEG-2 en MPEG-4. MPEG4 gebruikt ruwweg de helft van de bandbreedte die voor MPEG2 nodig is.
Kabel-tv-bedrijven gebruiken voor digitale tv vrijwel allemaal MPEG2 als coderingsmethode met snelheden van 6 tot 8 Mbps voor ‘gewone’ tv-kanalen en snelheden van 15 tot 25 Mbps voor HD-tv-kanalen.
Decoder
Er is een decoder nodig zodat de signalen worden omgezet naar een tv-signaal op een SCART of HDMI aansluiting. Zo’n decoder wordt vaak ‘settop box’ genoemd.
Verschillen IP-tv en kabel-tv
De kijker zal meestal niet merken of digitale tv via IP-tv of de kabel wordt aangeboden. In beide gevallen is een decoder nodig. De kwaliteit kan verschillen door de bandbreedte en de coderingsmethode die gebruikt wordt.